Het GGG medicatienazicht is een gestructureerde analyse van de medicamenteuze behandeling met als doel het optimaliseren van het geneesmiddelengebruik, het verminderen van geneesmiddelgebonden problemen (GGP) en het verbeteren van de gezondheidsuitkomsten. Dit omvat zowel het detecteren van GGP’s als het voorstellen en uitvoeren van interventies.
Raadpleeg het volledige protocol.
Stapsgewijs
Opstart van de dienst en uitnodigen van de patiënt
- Identificeer de patiënten die voldoen aan de inclusievoorwaarden voor terugbetaling. Raadpleeg eventueel je softwarehuis hoe je de lijst van patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria kan creëren.
- Informeer de patiënt: stel het medicatienazicht voor en verduidelijk de meerwaarde aan de patiënt. Je vindt hier een infofiche voor de patiënt.
- Plan het gesprek in met de patiënt.
- Overhandig de patiënt zijn meest recente medicatieschema.
- Informeer de behandelende arts, conform de gemaakte afspraken, over de opstart van een medicatienazicht voor de patiënt.
Voorbereiding van het gesprek
- Verzamel de gegevens uit het meest recente medicatieschema, de afleverhistoriek van de patiënt (FD) en het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD). Focus op welke geneesmiddelen de patiënt neemt en maak een inschatting van de therapietrouw (onder- en overgebruik) op basis van aflevergegevens.
- Je kan tijdens de voorbereiding ook gebruik maken van een specifieke tool zoals de GheOP3S-tool om potentiële GGP’s op te sporen, of een interactie-analyse uitvoeren bv a.h.v. PhiL of je apotheeksoftware.
Farmacotherapeutische anamnese (patiëntgesprek)
- Bespreek met de patiënt zijn verwachtingen, kennis en gebruik van zijn geneesmiddelen. Het doel van dit gestructureerd gesprek is een helder en volledig farmacotherapeutisch beeld van de patiënt te krijgen. Verzamel de informatie over het daadwerkelijk gebruik van geneesmiddelen en gezondheidsproducten, ervaringen en verwachtingen van de patiënt met betrekking tot zijn medicatie. Je kan hiervoor gebruik maken van het gespreksformulier of je kan je bevindingen rechtstreeks in de e-form documenteren.
- Plan een opvolggesprek met de patiënt in.
Farmacotherapeutische analyse en opmaak van het actieplan
- Identificeer en bevestig GGP’s op basis van het patiëntgesprek, GFD, kennis en tools. Zie ook de handleiding GGP’s.
- Lijst de GGP’s op. Focus op GGP’s die effectief een probleem vormen voor de patiënt en/of potentieel gevaarlijk zijn.
- Bepaal interventies om de medicamenteuze behandeling van de patiënt te verbeteren. Interventies zijn ofwel farmaceutische interventies (i.e. interventies die door de apotheker kunnen worden uitgevoerd) ofwel voorstellen tot vervolgacties die door de arts of andere zorgverleners kunnen worden opgenomen. Het is ook mogelijk dat geen interventie nodig is.
- Maak een actieplan op.
Delen van het actieplan met de behandelende arts
- Informeer de behandelende arts over het resultaat van het medicatienazicht door het actieplan ter beschikking te stellen ter validatie van de voorstellen tot acties.
- Indien nodig, vraag je de arts om te overleggen of raadpleeg de arts onmiddellijk.
Bespreken van het actieplan met de patiënt en patiënttevredenheid
- Bespreek met de patiënt het actieplan met de farmaceutische interventies die je voorstelt alsook de voorstellen tot vervolgacties waarmee de arts heeft ingestemd.
- Geef de patiënt de gelegenheid zijn mening te geven en bepaal op basis daarvan welke interventies zullen worden uitgevoerd.
- Informeer de patiënt zo nodig over de voorstellen tot vervolgacties die de arts tijdens een latere raadpleging zal bespreken en opvolgen.
- Ga na of het medicatienazicht als nuttig werd ervaren door de patiënt.
Aanpassen van het medicatieschema in functie van het actieplan
- Pas het medicatieschema aan volgens de uit te voeren interventies.
- Overhandig de patiënt het aangepast medicatieschema en leg de wijzigingen uit.